segunda-feira, 26 de janeiro de 2015

LES 2.3– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

LES 2.3– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes

Welk getal komt na twintig (20)?
*
21: een en twintig
*
22: twee en twintig, enzovoort.
*
Welk getal komt na dertig (30)?
*
31: een en dertig, enzovoort.
*
Welk getal komt na veertig (40)?
*
41: een en veertig, enzovoort.
*
Hoe zeg je dit getal (50) in het Nederlands?
Vijftig.
*
En dit getal (60)? Zestig, enzovoort.
*
Maar hoe zeg je dit getal (80)? Tachtig.
*
Tenslotte is honderd (100) een belangrijk getal.
100 jaar is een eeuw.
Wij leven nu in de 21ste eeuw.

****
SCHRIJF IN LETTERS:
21 _____
22 _____
23 _____
24 _____
25 _____
26 _____
27 _____
28 _____
29 _____
30 _____
38 _____
70 _____
80 _____
90 _____

***
VUL IN:
Mijn moeder is (45)_______________jaar.
Mijn vader is (42)_________________jaar.
Meneer Pieterse is (68)____________jaar.

******
VOORBEELDEN:
(heet – heten).............................(ben-bent – is – zijn)
*
Ik heet Jan.....................................Ik ben 25 jaar.
Jij heet Laura................................Jij bent 12 jaar.
Hij heet Peter................................Hij is 13 jaar.
Zij heet Sara..................................Zij is 12 jaar.
Wij heten Peter en Laura............Wij zijn 13 en 12 jaar.
Jullie heten Anne en Jan............Jullie zijn 42 en 45 jaar.
Zij heten Peter en Sara................Zij zijn 13 en 12 jaar.

*******
GEEF ANTWOORD:
Hoe oud ben jij?______________________
Hoe oud is je vader?__________________
Hoeveel broers het jij?_________________
Hoeveel zussen heb jij?________________

LES 2.2– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

LES 2.2– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes
Na tien komt elf (11).
Dat weet je al. Sara is elf jaar.
*
Na elf komt twaalf (12)
Ook dat getal ken je al.
Laura is 12 jaar.
*
Na twaalf komt dertien (13)
Dertien: dat is de leeftijd van Peter.
*
Na dertien komt veertien (14).
*
Welk getal komt na veertien?
Heel gemakkelijk: vijftien (vijf + tien).
*
Dus 16: zestien (zes + tien).
*
17: zeventien (zeven + tien).
Enzovoort.

****
SCHRIJF IN LETTERS:
11 _____
12 _____
13 _____
14 _____
15 _____
16 _____
17 _____
18 _____
19 _____

***
GEEF ANTWOORD:
Hoeveel is 8+5? ______
Hoeveel is 12+6? ______
Hoeveel is 15-10? _____
Hoeveel is 3X5? _____
Hoeveel is 4X4? _____

LES 2.1– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

LES 2.1– Tellen - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes
Een (1)
Twee (2)
Drie (3)
Vier (4)
Vijf (5)
Hoeveel vingers heeft een hand?
Een land heeft vijf vingers.
Zes (6), zeven (7), acht (8), negen (9), tien (10).
*
We hebben twee handen.
Elke hand heeft 5 vingers.
Twee handen hebben samen 10 vingers.
*
Vijf plus vijf is tien (5+5=10).
Twee maal vijf is tien (2x5=10)
Twee keer vijf is tien (2x5=10)
*
Hoeveel is tien min vjif (10-5)?
Dat is vijf (5) ***(10-5=5)
Ja, dat is goed. Dat is juist.
*
Hoeveel is zeven min drie (7-3)?
Dat is vijf. (7-3=5)errado
Nee, dat is niet goed.
Dat is fout. Dat is verkeerd.
*
Zeven min drie is vier (7-3=4)
Inderdaad. Dat is juist.

*****
GEEF ANTWOORD:
Hoeveel is drie plus vijf? ______
Hoeveel is vijf min drie? ______
Hoeveel is drie keer drie? _____
*
Is acht min vijf twee? ____________________
Is twee maal vier acht?__________________

*****

VOOEBEELDEN:
1 hand - 2 handen
1 zus - 2 zussen
*
1 dochter - 2 dochters
1 vinger - 2 vingers
1 zusje - 2 zusjes
*
Maar: 1 broer - 2 broers
1kind - 2 kinderen

*****
NU JIJ:
Anne heeft twee hand ___ en tien vinger___.
Peter heeft twee zus____.
Laura heeft 1 br____ en 1 z____.
Hoeveel br____ en z______ heb jij?

LES 1.4 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

LES 1.4 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes

Wie is dit?
Dit is Jan.
Hij heet Jan. Zijn naam is Jan.
Jan is de man van Anne.
Anne is zijn vrouw.
Hij is de vader van drie kinderen.
*
Peter, Laura en Sara zijn zijn kinderen.
Dit is Anne.
Zij heet Anne. Anne is haar naam.
Anne is de vrouw van Jan.
Jan is haar man.
Zij is de moeder van drie kinderen.
Peter, Laura en Sara zijn haar hinderen.

*****

VOOEBEELDEN:
Ik heet Jan ------- Mijn naam is Jan.
Jij heet Anne ------ Jouw naam is Anne.
U heet Ahmed ----- Uw naam is Ahmed.
Hij heet Peter ----- Zijn naam is Peter
Zij heet Laura ----- Haar naam is Laura.

*****
NU JIJ:
Wat is de naam van je vader? ________ naam is ________.
Wat is naam van je moeder? ________ naam is _________.
Hoeveel kinderen hebben _______ ouders?
In welke straat woon je? Ik __________________________.
En in welke stad? Ik_______________________________.
**
Dag mevrouw. Hoe heet _______ man?
Hoe heten __________ Kinderen?

sábado, 24 de janeiro de 2015

LES 1.3 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

LES 1.3 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes

Dag mevrouw.
Hoe heet u? Wat is uw naam?
Ik heet Anne Bosman.
Mijn voornaam is Anne.
Mijn achternaam is Bosman.
*
Waar woont u? In welke stad?
Ik woon in Deventer.
*
En in welke straat?
Ik woon in de Reigerstraat.
*
Op welk nummer woont u?
Op nummer tien (10).

***

VOOEBEELDEN:
Ik heet Jan. (eu) - Ik ben Jan - Ik woon in Utrecht
Jij heet Sara (tu) - Jij bent Sara - Jij woont in...
Zij heet Anne (ela) - Zij is Anne - Zij woont in...
Hij heet Peter (ele) - Hij is Peter. - Hij woont in...

*****

NU JIJ:
Dag mevrouw. Waar woont u? Ik wo _____________________
Dag meneer. Waar woont u? Ik wo _____________________
Dag Ahmed. Waar woon jij? Ik w_______________________
Waar woont jouw broer? __________________________
Waar woont jouw zus? __________________________

sexta-feira, 23 de janeiro de 2015

LES 1.2 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD


LES 1.2 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes

Jan en Anne hebben drie kinderen.
Jan is hun vader.
Anne is hun moeder.
Jan en Anne zijn de ouders van de kinderen.
*
Dag Peter.
Dag meneer.
Hoeveel broers en zussen heb jij?
*
Ik beb twee zusjes: Laura en Sara.
Ik heb geen broers.
Hoe oud bem jij?
Ik ben dertien (13) jaar.
Hoe oud zijn jouw zusjes?
Laura is twaalf (12) jaar en Sara is elf (11).

*****

VOOEBEELDEN:
Ik ben Jan? |Ik heb drie kinderen.
Jij bent Peter? |Jij hebt twee zusjes.
Zij is Anne? |Zij heeft een zoon en twee dochters.

*****

NU JIJ:
Heb jij zussen? Ja, ik ________________________
Nee, ik ______________________
Heb jij broers? Ja, ik __________________________
Nee, ik _____________________
Hoe oud ben jij? Ik __________________________
Hoe oud is Laura? Laura _________________________

LES 1.1 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD

Les 1.1 – Jan en Anne - Manual: NEDERLANDS IN BEELD
Por: Vanda Gomes

Ik heet Jan.
Ik heet Anne.
Wij zijn getrouwd.
Anne is mijn vrouw.
En Jan is mijn man.
*
Wij hebben drie kinderen: een jongen en twee meisjes.
Een zoon en twee dochters.
*
Hoe heten uw kinderen?
Onze kinderen heten Peter, Laura en Sara.

*****

VOOEBEELDEN:
Hoe heet jij? |Ik heet Jan.
En hoe heet jij? |Ik heet Anne.
Zijn jullie getrouwd? |Ja wij zijn getrouwd.
Hebben jullie kinderen? |Ja wij hebben kinderen.
Hoeveel hinderen hebben jullie? | Wij hebben drie kinderen.
Hoe heten jullie kinderen? |Onze zoon heet Peter
Onze dochters heten Laura en Sara

*****

NU JIJ:
Hoe heet jij? _____________________________
Ben jij getrouwd? Ja ik ben _____________________
Nee, ik ben niet __________________
Beb je kinderen? Ja ik heb _____________________
Nee, ik heb geen _________________
Hoe heet je man? Mijn man h ____________________
Ik heb geen _____________________
Hoe heet je vrouw? Mijn vrouw h ___________________
Ik heb g _________________________

sábado, 3 de janeiro de 2015

LES 17 - AUDIO - De dokter - O doutor

17 – De Dokter - O doutor
Criado por Vanda Gomes
De dokter
De telefoon bij de dokter, de heer Jansen, gaat. De assistente neemt op.
- Met de assistente van dokter Jansen.
Goedemorgen, u spreekt met Springer.
- Goedemorgen, wat kan ik voor u doen?
Ik bel voor mijn vrouw. Zij is patient bij u. Ze voelt zich al een paar dagen erg slecht.
Ik wil haar graag door de huisarts laten onderzoeken. Kan ik nu een afspraak voor haar maken?
- Eh, even kijken. Ze kan om half twee op het spreekuur komen.
O, ik zou graag willen dat de dokter bij ons langskomt.
-Dat wordt moeilijk. Lukt het echt niet om op het spreekuur te komen?
Ik ben bang van niet. Ze kan bijna niet lopen van de pijn.
-Een ogenblikje. Ik zal even overleggen met dokter Jansen.
Mijnheer Springer, met dokter Jansen, Uw vrouw is ziek, begrijp ik. Wat is er precies met haar aan de hand?
-Ze heeft vreselijk veel pijn, vooral in haar hoofd. Het houdt maar niet op. En ze heeft al twee nachten niet geslapen. Haar gezicht is ook helemaal rood.
Heeft ze koorts?
-Eh, wat bedoelt u?
Hebt u haar temperatuur opgenomen?
-Ja, já, já, ze heeft 40.2! Dat is toch ernstig?
Dat is inderdaad zeer hoog. Ik kom zo snel mogelijk even langs, rond half zes denk ik.
-O fijn. Wat kan ik ondertussen voor haar doen?
Niks bijzonders. Geeft u haar in ieder geval vodoende te drinken.
-Goed, dat zal ik doen. Dank u wel dokter. Tot straks.
******
De dokter | O doutor
De telefoon bij de dokter, de heer Jansen, gaat. De assistente neemt op. | O telefone no doutor, o senhor Jansen, toca. A assistente atende.
- Met de assistente van dokter Jansen. |-Com a assistente do doutor Jansen.
Goedemorgen, u spreekt met Springer. |Bom dia, você fala com Springer.
- Goedemorgen, wat kan ik voor u doen? |-Bom dia, o que posso fazer por si?
Ik bel voor mijn vrouw. Zij is patient bij u. Ze voelt zich al een paar dagen erg slecht. | Eu estou a ligar pela minha mulher. Ela é uma paciente vossa. Ela sente-se já à alguns dias mal.
Ik wil haar graag door de huisarts laten onderzoeken. Kan ik nu een afspraak voor haar maken? | Eu gostaria que ela fosse examinada pelo médico de família. Consigo marcar agora uma consulta para ela?
- Eh, even kijken. Ze kan om half twee op het spreekuur komen.|-Eh, deixe-me ver. Ela pode vir ás uma e meia, a uma consulta.
O, ik zou graag willen dat de dokter bij ons langskomt. | O, eu gostaria que o médico viesse cá a casa.
-Dat wordt moeilijk. Lukt het echt niet om op het spreekuur te komen? |-Isso vai ser dificil. Não dá mesmo para virem á consulta da uma e meia?
Ik ben bang van niet. Ze kan bijna niet lopen van de pijn. | Eu tenho medo que não. Ela mal consegue andar com as dores.
-Een ogenblikje. Ik zal even overleggen met dokter Jansen. |-Um momento. Eu vou refletir com o doutor Jansen.
Mijnheer Springer, met dokter Jansen, Uw vrouw is ziek, begrijp ik. Wat is er precies met haar aan de hand? | Meu senhor Springer, com o doutor Jansen. A sua mulher esta doente, eu percebo. O que se passa mesmo com ela?
-Ze heeft vreselijk veel pijn, vooral in haar hoofd. Het houdt maar niet op. En ze heeft al twee nachten niet geslapen. Haar gezicht is ook helemaal rood. |-Ela tem dores terriveis, principalmente na cabeça. E é que não param. Ela já não dorem há duas noites. A cara dela esta toda vermelha.
Heeft ze koorts? | Ela tem febre?
-Eh, wat bedoelt u? |-Eh, como assim?
Hebt u haar temperatuur opgenomen? | Já lhe mediu a temperatura?
-Ja, ja, ja, ze heeft 40.2! Dat is toch ernstig? |-Sim, sim, sim, ela está com 40,2! Isso é grave, não é?
Dat is inderdaad zeer hoog. Ik kom zo snel mogelijk even langs, rond half zes denk ik. | Isso é de facto muito alto. Eu vou passar por aí o mais rapido possivel, pelas cinco e meia penso eu.
-O fijn. Wat kan ik ondertussen voor haar doen? |- O que bom. O posso fazer entretanto por ela?
Niks bijzonders. Geeft u haar in ieder geval vodoende te drinken. |Nada em especial. Dê-lhe de qualquer das formas suficiente de beber.
-Goed, dat zal ik doen. Dank u wel dokter. Tot straks. |-Bem, eu irei fazer isso. Obrigado doutor. Até depois.

sexta-feira, 2 de janeiro de 2015

LES 16 - AUDIO - Retourtje Rotterdam - Bilhete de regresso Rotterdam

16 – Retourtje Rotterdam
Criado por Vanda Gomes
Retourtje Rotterdam
Goedemiddag, een retourtje Rotterdam alstublieft, tweede klas, met korting.
- Zeven vijftig (7.50).
Alstublieft. Kunt u mij zeggen hoe laat de trein vertrekt?
- Drie minuten over twee.
En van welk perron?
- Spoor 7A. Als u snel bent, haalt u de trein nog.
Dank u wel voor de informatie.
Menner, kunt u mij even helpen? Hoe werkt zo´n automaat?
-Waar wilt u heen?
Naar Den Haag.
- Nou, hier ziet u een lijst met alle stations. Achter Den Haag staat 2500.
U drukt op 2 – 5 – 0 – 0. Kijk, nu verschijnt Den Haag in het venster.
Dan drukt u op “tweede klas”, vervolgens op “allen vandaag geldig”.
Tenslotte drukt u op “met korting” of “zonder korting”.
Hoe betaalt u, contant of met een pinpas?
Met m´n pinpas.
-Kijk hier staat het bedrag. U drukt op “ja” als het bedrag juist is.
Fijn, dank u wel voor uw hulp.
Een kaartje voor de trein koop je het station, meestal bij de automaat, soms bij het loket. In de toekomst verdwijnt waarschijnlijk het loket. In elk geval op een klein station.
Een kaartje kun je ook in de trein kopen. Dan betaal je wel een flink bedrag extra. Met een voordeel-uren-kaart krijg je 40 procent (%) korting. Maar die geldt door de week allen na negen uur´s ochtends. Gedurende het weekend is de kaart de hele dag geldig.
Een strippenkaart voor de bus of de tram koop je op het station. Maar daarvoor kun je ook terecht op het postkantoor. In de bus of tram betaal je een stuk meer.
- Hoe werkt een strippenkaart?
Je gebruikt minstens twee strippen. Dat is voor de kortste afstand
. Hoe verder je reist, hoe meer strippen je gebruikkt. Er ia een vaste relatie tussen afstand en aantal strippen.
******
Retourtje Rotterdam |Bilhete de regresso Rotterdam

Goedemiddag, een retourtje Rotterdam alstublieft, tweede klas, met korting. |Boa tarde, um bilhete de regresso Rotterdam por favor, segunda classe, com desconto.
- Zeven vijftig (7.50). |- Sete e cinquenta (7,50).
Alstublieft. Kunt u mij zeggen hoe laat de trein vertrekt? |Por favor. Você pode me dizer a que horas o comboio parte?
- Drie minuten over twee. |- Três minutos depois das duas.
En van welk perron? |E de que plataforma?
- Spoor 7A. Als u snel bent, haalt u de trein nog. |-Linha 7A. Se você for rápido, ainda consegue apanhar o comboio.
Dank u wel voor de informatie. |Obrigado pela informação.
Meneer, kunt u mij even helpen? Hoe werkt zo´n automaat? |Senhor, você pode me ajudar por favor? Como funciona uma máquina destas?
-Waar wilt u heen? |-Para onde é que você quer ir?
Naar Den Haag. |Para Haia.
- Nou, hier ziet u een lijst met alle stations. Achter Den Haag staat 2500. |- Bem, aqui você consegue ver uma lista de todas as estações. Atrás da Haia esta 2500.
U drukt op 2 - 5 - 0 - 0. Kijk, nu verschijnt Den Haag in het venster. |Você clica em 2 - 5 - 0 - 0. Olha, Haia aparece na janela.
Dan drukt u op “tweede klas”, vervolgens op “alleen vandaag geldig”. |Em seguida, pressione em "segunda classe", de seguida em "só válido hoje."
Tenslotte drukt u op “met korting” of “zonder korting”. |Finalmente, pressione "com desconto" ou "sem desconto".
Hoe betaalt u, contant of met een pinpas? |Como vai pagar, em dinheiro ou com cartão de débito?
Met m´n pinpas. |Com o meu cartão de débito.
-Kijk hier staat het bedrag. U drukt op “ja” als het bedrag juist is. |-Olhe aqui esta o montante. Você pressiona em "Sim" se a quantidade está correta.
Fijn, dank u wel voor uw hulp. |Bem, obrigado pela sua ajuda.
Een kaartje voor de trein koop je op het station, meestal bij de automaat, soms bij het loket. In de toekomst verdwijnt waarschijnlijk het loket. In elk geval op een klein station. |Um bilhete para o comboio compras na estação, normalmente na máquina, por vezes, no balcão. No futuro, os balcões irão provavelmente desaparecer. Em qualquer caso, nas estações pequenas.
Een kaartje kun je ook in de trein kopen. Dan betaal je wel een flink bedrag extra. Met een voordeel-uren-kaart krijg je 40 procent (%) korting. Maar die geldt door de week alleen na negen uur´s ochtends. Gedurende het weekend is de kaart de hele dag geldig. |Você também pode comprar um bilhete no comboio. Mas aí você paga um valor extra bastante grande. Com um cartão de horas vantajosas, você recebe 40 por cento (%) de desconto. Mas isso aplica-se durante a semana só após ás nove horas da manhã e durante o fim de semana o cartão válido durante todo o dia.
Een strippenkaart voor de bus of de tram koop je op het station. Maar daarvoor kun je ook terecht op het postkantoor. In de bus of tram betaal je een stuk meer. |Um cartão de banda (cartões antigos) para o autocarro ou eléctrico pode comprar na estação. Mas para isso, também pode ir até aos correios. No autocarro ou no eléctrico, você paga muito mais.
- Hoe werkt een strippenkaart? |- Como é que um cartão de banda funciona?
Je gebruikt minstens twee strippen. Dat is voor de kortste afstand |Você usa no mínimo duas colunas. Que é a distância mais curta
. Hoe verder je reist, hoe meer strippen je gebruikt. Er is een vaste relatie tussen afstand en aantal strippen.| Quanto mais você viaja, quanto mais colunas você usa. Há uma relação fixa entre a distância e o número de carimbos.