domingo, 23 de novembro de 2014

LES 10 - AUDIO - Wanneer - Quando

Wanneer? Quando?

Welke dag is het vandaag? Hoe laat gaan de winkels dicht? Hoe lang duurt de cursus?
Wanneer gaat u met vakantie? Hoe laat bent u opgestaan?
Dit soort vragen stellen we vaak. We willen kennelijk graag weten wanneer iets gebeurt of hoe lang iets duurt. Hieruit blijkt dat tijd een heel belangrijk element is in ons leven.
We verdelen om die reden de tijd in bepaalde stukken: jaren, maanden, weken, dagen en minuten. Zo bestaat een jaar uit twaalf maanden en een maand uit ongeveer vier weken.
Wat voor seizoenen zijn er in Nederland?
Wij verdelen het jaar in vier seizoenen van drie maanden: de lente, de zomer, de herfst en de winter. In juni, juli en augustus is het zomer. En in december, januari en februari is het winter.
Maar wat bedoelt men dan met „voorjaar“ en „najaar“?
In plaats van „lente“ zeggen we ook wel „voorjaar“. Dat is de periode maart, april, mei.
En in plaats van „herfst“ gebruiken we ook het woord „najaar“. Dat seizoen begint in september en eindigt in december.
-Is het in het najaar warm of koud?
Het wordt vooral in oktober en november wat kouder. En de dagen worden korter.
Het wordt vroeg donker, rond vijf uur. En ´s morgens wordt het pas na acht uur weer licht. De natuur verandert, de bladeren vallen van de bomen. Maar in de lente worden de bomen weer groen, als het echt wat warmer wordt. Dat gebeurt in april.
Wanneer werkt u eigenlijk? Quando você realmente funciona?
Ik werk op vijf dagen van de week: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. In principe begin ik ´s ochtends om half negen.
Tussen half een en half twee heb ik vrij. ´s Middags werk ik meestal tot half zes.
Daarna, dus ´s avonds, ben ik natuurlijk ook vrij.
-Moet u wel eens op reis voor uw werk?
O ja, vrij vaak. Vorige week ben ik naar Londen geweest en volgende week vlieg ik naar Parijs. Mijn huidige baan is erg druk. Gisteren was ik in Amsterdam en morgen ben ik in Rotterdam. ´s Woensdags ben ik bijna altijd op de zaak voor overleg met onze directeur of voor een vergadering.
-Waar is die zaak van u?
Die is dichtbij. Ons kantoor ligt midden in de stad, maar in een rustige straat.
Je hoort er nauwelijks geluid van buiten. We hebben geen last van het verkeer.
-Werkt uw vrouw ook?
Ja. Vroeger werkte zij, net als ik, de hele dag. Tegenwoordig werkt ze halve dagen.
In de toekomst, wanneer de kinderen naar school gaan, gaat ze misschien weer hele dagen werken.
****
8 - Wanneer? Quando?
Welke dag is het vandaag? Hoe laat gaan de winkels dicht? Hoe lang duurt de cursus? Que dia é hoje? A que horas fecham as lojas? Quanto tempo dura o curso?
Wanneer gaat u met vakantie? Hoe laat bent u opgestaan? Quando você vai de férias? A que horas você se levantou?
Dit soort vragen stellen we vaak. We willen kennelijk graag weten wanneer iets gebeurt of hoe lang iets duurt. Hieruit blijkt dat tijd een heel belangrijk element is in ons leven. Este tipo de perguntas nós fazemos muitas vezes. Nós, obviamente, gostaria-mos de saber quando algo acontece ou quanto tempo algum coisa demora. Isso mostra que o tempo é um elemento muito importante na nossa vida.
We verdelen om die reden de tijd in bepaalde stukken: jaren, maanden, weken, dagen en minuten. Zo bestaat een jaar uit twaalf maanden en een maand uit ongeveer vier weken. Dividimos por essa razão o tempo, em vários espaços: anos, meses, semanas, dias e minutos. Assim um ano é composto por doze meses e um mês composto por quatro semanas.
Wat voor seizoenen zijn er in Nederland? Que tipo de estações à na Holanda?
Wij verdelen het jaar in vier seizoenen van drie maanden: de lente, de zomer, de herfst en de winter. In juni, juli en augustus is het zomer. En in december, januari en februari is het winter. Nós dividimos o ano em quatro estações de três meses: primavera, verão, outono e inverno. Em Junho, Julho e Agosto, o verão. E em Dezembro, Janeiro e Fevereiro é inverno.
Maar wat bedoelt men dan met „voorjaar“ en „najaar“? Mas o que queremos dizer com "inicio de ano" e "fim de ano"?
In plaats van „lente“ zeggen we ook wel „voorjaar“. Dat is de periode maart, april, mei. Em vez de "primavera" nós dizemos "início de ano". Esse é o período de Março, Abril, Maio.
En in plaats van „herfst“ gebruiken we ook het woord „najaar“. Dat seizoen begint in september en eindigt in december. E em vez de "outono" nós usamos a palavra "fim de ano". Essa temporada começa em Setembro e termina em Dezembro.
-Is het in het najaar warm of koud? -É no fim de ano quente ou frio?
Het wordt vooral in oktober en november wat kouder. En de dagen worden korter.Fica especialmente em Outubro e Novembro mais frio. E os dias estão ficando mais curtos.
Het wordt vroeg donker, rond vijf uur. En ´s morgens wordt het pas na acht uur weer licht. De natuur verandert, de bladeren vallen van de bomen. Maar in de lente worden de bomen weer groen, als het echt wat warmer wordt. Dat gebeurt in april. Escurece cedo, por volta das cinco horas. E de manhã, amanhece novamente após oito horas. A natureza muda, as folhas caem das árvores. Mas na Primavera as árvores ficam novamente verdes, se realmente ficar mais quente. Isto acontece em Abril.
Wanneer werkt u eigenlijk? Quando você realmente funciona?
Ik werk op vijf dagen van de week: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. In principe begin ik ´s ochtends om half negen. Eu trabalho cinco dias por semana: segunda, terça, quarta, quinta e sexta-feira. Basicamente eu começo todos os dias às 09:30.
Tussen half een en half twee heb ik vrij. ´s Middags werk ik meestal tot half zes. Entre as doze e meia e as duas e meia eu tenho um furo. Na parte da tarde eu costumo trabalhar até ás seis.
Daarna, dus ´s avonds, ben ik natuurlijk ook vrij. Então, por isso, à noite, claro que estou livre.
-Moet u wel eens op reis voor uw werk? –Tem você de viajar algumas vezes em trabalho?
O ja, vrij vaak. Vorige week ben ik naar Londen geweest en volgende week vlieg ik naar Parijs. Mijn huidige baan is erg druk. Gisteren was ik in Amsterdam en morgen ben ik in Rotterdam. ´s Woensdags ben ik bijna altijd op de zaak voor overleg met onze directeur of voor een vergadering. Ah, sim, com bastante frequência. Na semana passada eu fui para Londres e na próxima semana eu vou voar para Paris. O meu trabalho actual é muito ocupado. Ontem eu estava em Amesterdão, e amanhã eu vou estar em Roterdão. Às quartas-feiras, estou quase sempre o caso para a comunicação com o nosso director ou para uma reunião.
-Waar is die zaak van u? -Onde é a vossa empresa?
Die is dichtbij. Ons kantoor ligt midden in de stad, maar in een rustige straat. Essa fica perto. O nosso escritório está localizado no meio da cidade, mas em uma rua calma.
Je hoort er nauwelijks geluid van buiten. We hebben geen last van het verkeer.
Você não ouve quase nenhum ruído de fora. Nós não somos perturbados pelo transito.
-Werkt uw vrouw ook? - A sua esposa também trabalha?
Ja. Vroeger werkte zij, net als ik, de hele dag. Tegenwoordig werkt ze halve dagen. Sim. Ela trabalhava como eu, o dia todo. Hoje em dia ela está trabalhando meio dia.
In de toekomst, wanneer de kinderen naar school gaan, gaat ze misschien weer hele dagen werken. No futuro, quando as crianças forem para a escola, ela pode voltar a trabalhar dias inteiros.

Sem comentários: