terça-feira, 25 de novembro de 2014

LES 11 - AUDIO - Op kamers - No Quarto

Op Kamer
Hoe wonen jullie eigenlijk? Hebben jullie een eigen huis of huren jullie een woning?
En wie woont op kamers, dus bij iemand anders in huis?
Anita, vertel eens hoe je woont.
-Ik woon op kamers, midden in de stad, samen met een vriendin, bij een Nederlandse familie. Wij hebben allebei onze eigen kamer. Maar de douche en de keuken gebruiken we samen. Onze kamers zijn boven, de keuken is beneden. Meestal maken we samen het eten klaar.
Heb je veel contact met die Nederlandse familie?
-We eten af en toe bij hen en zij eten soms ook bij ons.
Vind je het Nederlandse eten lekker?
-Eerlijk gezegd houd ik niet zo van aardappelen. Daar zijn Nederlanders gek op.
Natuurlijk heb ik liever eten uit mijn eigen land.
Maar verder bevalt het Nederlandse eten me wel.
Heb je veel ruimte? Hoe groot is je kamer?
-Mijn kamer is vrij ruim: ongeveer 20 vierkante meter. De keuken is erg nauw: maar twee bij drie meter.
Is het een dure kamer? Hoeveel betaal je als ik vragen mag?
-Tja, wat noemt u duur? Ik betaal ruim 300 euro per maand, inclusief gas en licht.
Hoe bem je aan die kamer gekomen?
-Via een vriendin van mij die al lang in Nederland woont. Zo zie je maar wat een vriend of vriendin voor je kan betekenen.
****
Op Kamer |No quarto
Hoe wonen jullie eigenlijk? Hebben jullie een eigen huis of huren jullie een woning? |Como você realmente vive? Você tem própria casa ou aluga uma casa?
En wie woont op kamers, dus bij iemand anders in huis? |Se viver em quartos alugados, têm alguém na casa?
Anita, vertel eens hoe je woont. |Anita, me diga como você vive.
-Ik woon op kamers, midden in de stad, samen met een vriendin, bij een Nederlandse familie. Wij hebben allebei onze eigen kamer. Maar de douche en de keuken gebruiken we samen. Onze kamers zijn boven, de keuken is beneden. Meestal maken we samen het eten klaar. |-Eu vivo em quartos no centro da cidade, juntamente com um amigo, uma família holandesa. Nós dois temos o nosso próprio quarto. Mas o chuveiro e a cozinha usamos juntos. Os nossos quartos estão lá em cima, a cozinha está lá em baixo. Normalmente fazemos juntos o jantar.
Heb je veel contact met die Nederlandse familie? |Você tem muito contacto com a família holandesa?
-We eten af en toe bij hen en zij eten soms ook bij ons. |-Nós comemos ocasionalmente com eles e eles às vezes comem com a gente.
Vind je het Nederlandse eten lekker? |Como os holandeses se alimentam?
-Eerlijk gezegd houd ik niet zo van aardappelen. Daar zijn Nederlanders gek op. |-Honestamente eu não gosto de comer batatas. Há holandês loucos.
Natuurlijk heb ik liever eten uit mijn eigen land. |É claro que eu preferiria comer (comida do) meu próprio país.
Maar verder bevalt het Nederlandse eten me wel. |Mas também, como bem comida holandesa.
Heb je veel ruimte? Hoe groot is je kamer? |Você tem um monte de espaço? Quão grande é o seu quarto?
-Mijn kamer is vrij ruim: ongeveer 20 vierkante meter. De keuken is erg nauw: maar twee bij drie meter |-O meu quarto é bastante espaçoso: cerca de 20 metros quadrados. A cozinha é muito estreita: apenas 2-3 metros
Is het een dure kamer? Hoeveel betaal je als ik vragen mag? |É um quarto caro? Quanto você paga se posso perguntar?
-Tja, wat noemt u duur? Ik betaal ruim 300 euro per maand, inclusief gas en licht. |-Tja O que vocês chamam de caro? I Eu pago mais de 300 euros por mês, incluindo gás e electricidade.
Hoe bem je aan die kamer gekomen? |Bem como você chegou a esse quarto?
-Via een vriendin van mij die al lang in Nederland woont. Zo zie je maar wat een vriend of vriendin voor je kan betekenen. |-Via um amigo meu que vive muito tempo na Holanda. Então você vê que um amigo pode fazer por você.

Sem comentários: